Ik studeerde af in 2010 aan de HKU, met een voorstelling over het Brabants carnaval, en hoe je eens per jaar verkleed jezelf kan zijn.De tekst werd geselecteerd door het Platform Theaterauteurs voor Verse Tekst 2011.
Hieronder kunt u een fragment lezen uit de openingsscène.
Huiskamer van Sjon. Het is een rommel. Stukken kaas, confetti, blikken bier, schmink, benodigdheden en koffiefilters slingeren rond. Mensen liggen op de bank en op andere plaatsen te slapen.
Er komt een buiten carnavalsband voorbij.
Ronnie wordt wakker door de muziek
RONNIE
Godverdomme.
Stilte
RONNIE
Godverdomme, godverdomme.
Sjarrel ontwaakt, op tafel, ze richt haar hoofd op.
SJARREL
Wa?
RONNIE
Die verrekte dweilorkesten ook altijd.
Stilte.
RONNIE
Sjarrel
SJARREL
Wa?
RONNIE
Ik heb dorst.
SJARREL
Ik haat de maandag.
Ronnie drinkt in één keer een liter water, cola, of melk leeg.
Tante Ruut ontwaakt op de bank.
TANTE RUUT
Alle mensen jezus christus nonde nonde jus.
RONNIE
Tante Ruut!
Wat doet gij hier?
TANTE RUUT
Wel, geen idee, witte nie?
Wak wel weet: mijn hoofd barst uit elkaar.
RONNIE
Drinken tegen het drinken, tante.
Hier, melk, dat helpt.
TANTE RUUT
Melk, gadverdamme.
Ronnie, heb je de giraf nog gezien?
RONNIE
Is die hier?
TANTE RUUT
Dat weet ik dus niet.
Hij zat achterop de fiets, maar toen bleef hij met zijn kop achter het bordje van de Petrus Dondersstraat hangen en daarna weet ik het niet meer.
RONNIE
Ben de gevallen?
TANTE RUUT
Ik denk het.
Mijn kop doet zeer.
RONNIE
Sjarrel! Aspirien voor tante!
SJARREL
Hou je bek.
TANTE RUUT
Sjarrel van Wanrooij.
SJARREL
Ik slaap.
RONNIE
Als Tante vraagt om aspirien dan krijgt ze aspirien!
SJARREL
Dat kan wel zo wezen, Ronnie, maar er ligt een giraf voor de badkamerdeur.
TANTE RUUT
Twan, Twan, Twan wat heb ik me een zorgen om hem lopen maken.
SJARREL
Maar ik moet pissen
RONNIE
Pissen.
SJARREL
Pissen ja Maar Twan ligt ervoor.
TANTE RUUT
Stil toch kind. Laat hem maar slapen, de lieverd.
Weten jullie nog dat Twan voor het eerst in D’n Veurlatste stond?
Ik had een pilsje over mijn nonnenpak gegooid en wilde een nieuwe halen, tot ik ineens oog in oog stond met de grootste giraf die ik ooit had gezien. Minstens twee meter lang, twee foei blauwe ogen en twee meter bier in elke hand. Dat is knap hoor, als een man dat kan. Vier bier is geen peulenschil.
Als non moest ie me niet. Als konijn moest ie me niet. Als slagersdochter zag ie me niet eens. Als praatpaal heeft hij even met me gepraat, dat wel. Ik werd met het jaar verliefder. Maar nu is hij hier. Twan, mijn Twan. De giraf en ik. Mooier kan niet. Echte liefde.
Maar is het echte liefde…?
En waar is Barry?
Hele stuk lezen?
Klik hier!